Weerstandsvermogen en risico's

De omvang van de algemene reserves groeit de komende periode gering. De algemene reserves nemen met € 1,8 miljoen toe met name als gevolg van hogere rentetoevoeging. Ook wordt de omvang van de beschikbare weerstandscapaciteit hierdoor groter.

Het verloop van de algemene reserves wordt als volgt:

 (bedragen x € 1,0 miljoen)

2015

2016

2017

2018

2019

Algemene reserve Concern

 stand algemene reserve per 1-1

77,90

79,20

78,00

80,50

83,40

Bij: rentetoevoeging (inclusief bespaarde rente)

4,90

4,20

2,80

2,90

4,30

Bij/Af: resultaatbestemming

-6,90

-5,50

Bij: totaal geraamde stortingen

3,40

4,50

0,40

Af: totaal geraamde onttrekkingen

-0,10

-4,40

-0,70

Algemene reserve ATEA

Stand per 1-1

7,90

3,50

0,00

0,00

0,00

Af: totaal geraamde stortingen/onttrekkingen

-0,70

Af: naar reserves sociaal domein

-3,70

Af: naar algemene reserve

-3,50

Stand algemene reserve ATEA per 31-12

3,50

0,00

0,00

0,00

0,00

Stand algemene reserves per 31-12

82,70

78,00

80,50

83,40

87,70

De algemene reserve ATEA nemen we, voor zover deze ingezet wordt voor de maatregelen BUIG, op in de reserve sociaal domein en maakt voor dat deel daarom geen onderdeel meer uit van het weerstandsvermogen. Binnen het sociaal domein biedt deze reserve ATEA uiteraard wel bufferruimte. Het resterende, vrij besteedbare deel van de algemene reserve ATEA wordt aan de algemene reserve toegevoegd. Hiermee behouden we één centrale algemene reserve die als weerstandscapaciteit dient.
De onbenutte belastingcapaciteit is in de Begroting 2016 gecalculeerd op € 13,0 miljoen. Deze belastingcapaciteit rekenen we bij deze voorjaarsnota niet meer mee in de weerstandscapaciteit.
De risicopositie is geactualiseerd en daalt naar € 58,0 miljoen. De oorzaak ligt met name in het vervallen van de risicoreservering voor het sociaal domein. Door de vorming van een reserve voor het sociaal domein, waaraan de resultaten van de Jaarrekening 2015 op dit vlak worden toegevoegd, is er minder noodzaak tot het aanhouden van een specifieke risicoreservering. Als we het risico met betrekking tot BUIG eveneens uit het risicoprofiel halen en relateren aan de reserve sociaal domein dan daalt het risicoprofiel zelfs naar € 52,0 miljoen. Mocht dit risico zich voordoen dan wordt dit uiteraard ten laste van de reserve sociaal domein gebracht.
Wanneer we nu de beschikbare en de benodigde capaciteit confronteren dan concluderen we dat er een weerstandsvermogen is van € 35,5 miljoen. Daarmee zijn er ruime mogelijkheden zijn om de risico’s af te dekken vanuit de algemene reserve.
Bij de Jaarrekening 2015 wordt voorgesteld de reserve sociaal domein in te stellen. Hiermee kunnen onvoorziene lasten binnen het sociaal domein opgevangen worden zonder dat direct een beleidswijziging benodigd is om lasten en baten in het sociaal domein in balans te houden. Na verloop van tijd wordt de ontwikkeling van de lasten en baten in het sociaal domein inzichtelijker.